top of page

ANTIWITWAS

ERVARING. RESPECT. RESULTATEN.

Antiwitwaswetgeving

ANTIWITWASWETGEVING

Bij de uitoefening van bepaalde diensten ten behoeve van onze cliënten, vallen de advocaten onder het toepassingsgebied van de antiwitwaswetgeving (wet van 11 januari 1993 en wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, kortweg de ‘Antiwitwaswet’ genoemd).

 

In eerste instantie moeten de advocaten de cliënt dan ook bevragen over de aard van de opdracht die hen wordt toevertrouwd teneinde zekerheid te bekomen over het al dan niet toepasselijk zijn van de ‘Antiwitwaswet’. Immers, niet-nakoming van deze wetgeving door de advocaten kan leiden tot tuchtrechtelijke, administratieve en/of strafrechtelijke sancties ten aanzien van de advocaten.

 

In navolgende gevallen dienen de advocaten, naar aanleiding van de eerste consultatie, een cliëntenonderzoek te doen:

  • Indien Phariseau & Mattelin Advocaten zou optreden in naam en voor rekening van haar cliënten in financiële verrichtingen of verrichtingen in onroerend goed, door de wetgever omschreven als ‘witwasgevoelig’

  • Indien Phariseau & Mattelin Advocaten haar cliënten bijstaat bij het voorbereiden of uitvoeren van één van de volgende verrichtingen, tevens te aanzien als ‘witwasgevoelig’:

    • Aan- of verkoop van onroerende goederen of bedrijven

    • Beheren van gelden, effecten of andere activa

    • Opening of beheer van bank-, spaar- of effectenrekeningen

    • Bepalen van een inbreng die nodig is voor de oprichting, uitbating of het beheer van vennootschappen

    • Oprichting, uitbating of beheer van vennootschappen, trusts, fiducieën of soortgelijke juridische constructies.

Naar aanleiding van de eerste consultatie zijn de advocaten verplicht om hun cliënten te identificeren en een aantal stukken ter staving van de identiteit op te vragen, te verifiëren en te bewaren. Voormelde documenten moeten dan ook in het bezit zijn van de cliënt. In dit geval scannen de advocaten bij particuliere cliënten hun identiteitsgegevens in of maken zij een kopie van hun identiteitskaart. Bij rechtspersonen vragen de advocaten aan de rechtspersoon-cliënt om een uittreksel uit de Kruispuntbank van Ondernemingen mee te brengen naar de eerste consultatie, minstens moeten de advocaten reeds in kennis worden gebracht van het ondernemingsnummer van de vennootschap. In beide gevallen zullen de advocaten de cliënten ook moeten vragen naar de herkomst van de gelden of vermogensbestanddelen. Deze informatie- en waakzaamheidsverplichting geldt tevens ten aanzien van de lasthebbers van vennootschappen, zoals de bestuurders van vennootschappen. De advocaten dienen tevens te onderzoeken wie de uiteindelijke begunstigden zijn van de rechtspersoon-cliënt.

 

Ook tijdens de advocaat-cliëntenrelatie zijn de advocaten onderworpen aan voormelde waakzaamheidsplicht en moeten zij, zo nodig, bijkomende informatie vragen. Voormelde informatie en eventuele gewijzigde persoonsgegevens dienen aan de advocaat spontaan en vrijwillig te worden medegedeeld.

 

De gevraagde informatie moet aan de advocaten binnen de twee weken na de eerste vraag hiertoe worden overgemaakt, bij gebreke waaraan voormelden hun voorlopige tussenkomst dan wel zakelijke relatie met de cliënt moeten weigeren of stopzetten conform de geldende deontologie.

Mochten de advocaten tijdens de uitoefening van hun opdracht feiten vaststellen, waarvan zij weten, vermoeden of redelijke gronden hebben om aan te nemen dat ze verband houden met het witwassen van geld of met de financiering van terrorisme, dienen zij dit onverwijld ter kennis te brengen van de Stafhouder bij de Orde van Advocaten bij de balie te Gent. Het is dan uiteindelijk de Stafhouder, die beslist of hij de ontvangen, ongefilterde informatie al dan niet meldt aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking.

 

De meldingsplicht ten aanzien van de Stafhouder ontslaat de advocaat evenwel niet van de naleving van het beroepsgeheim, dat in ieder geval tussen advocaat en cliënt gegarandeerd blijft.

*

Indien de taak van de geraadpleegde advocaat gaat over de bepaling van de rechtspositie van de cliënt, dan wel de verdediging en/of vertegenwoordiging in of in verband met rechtsgedingen, inclusief het voorbereiden en zelfs vermijden van rechtsgedingen voor de cliënt, zijn de ‘Antiwitwaswet’ en de hiervoor uiteengezette verplichtingen, niet van toepassing.

bottom of page